zaterdag 19 december 2009

sneeuw !

Vast en zeker de sensatie van dit moment : de sneeuw!

Na 't werk, trof ik mijn stalen ros aan als volgt :
Joepie! Het had gesneeuwd. Nee, echt, ik vind dat geweldig! Ondanks de kou en de moeilijke verplaatsingen, is dit toch zalig. De stilte (dempt die sneeuw geluid of zijn er minder mensen buiten?), het geluid van die knerpende sneeuw onder je voeten, het spektakel van sukkelende mensen & kirrende kinderen tijdens hun sneeuwballengevecht, ... Genieten. Het fietsen was een hel. Niet zo erg glad, maar door de sneeuw was mijn jeans kletsnat en het was enkele graden onder 0°C. Au! Mijn bovenbenen deden zo pijn, precies of ze aan 't verbranden waren! Nog één kilometer (van de 3) en ik was thuis. Nog effe doorbijten dus. Ik wou even (al was het maar een seconde) die ijskoude broek van mijn vel halen en pakte een stukje stof tussen 2 vingers vast om ze om hoog te halen. Maar die broek kwam niet los. Bleek dat ik een stuk vel vast had, maar dit niet voelde. Eens thuis, bleken de afdrukken van m'n nagels paars in m'n vel geprint te staan. Thuis trakteerde ik mezelf op een lekker soepje (van bij de bakker, jawel, ge kunt daar lekkere soep kopen).

Ik moest nog effe wachten en mocht dan onze dochter van 't school gaan halen. Buiten stapten we nog een stukje naast haar beste vriendinnetje. Sneeuwballen werden gegooid, gegarandeerd ééntje die uitschoof (die van ons). Pret. Toen scheidden onze wegen zich. Ik zag de meisjes teleurgesteld afscheid nemen en stelde dus vlug voor aan de begeleidende papa om zijn dochter mee te nemen om te gaan sleeën. Wat is dat, sleeën? Dat kende hij niet, in hun thuisland (Marokko) wordt dat niet gedaan. Na de nodige uitleg, was 't in orde. Hij zou haar binnen een uurtje komen ophalen bij ons thuis. Voilà, nu had ons prutske een ander slachtoffer om sneeuwballen heen te gooien. Oef! Vlug een pipistopje ingelast en dan met de slee naar buiten. Ons speelkameraadje bleek geen sjaal en muts bij te hebben. Vlug wat warms bijeen geraapt om haar ook lekker warm in te duffelen. Gewoon op de stoep wat gesleed, want ik wist niet wanneer het meisje opgehaald zou worden. Voor de papa heb ik een filmpje gemaakt van zijn gillende dochter terwijl ik de slee voorttrek. Af en toe zie je mijn sjaal die voor de lens vliegt, maar dat geeft niet, nu heeft hij een idee wat sleeën is. Na een half uurtje ballen gooien, sleeën, vlindervormen maken in de sneeuw (zie foto) en gewoon wat rondhossen, hadden de meisjes er genoeg van. Hun handschoentjes waren doorweekt en het werd wat te koud. Eens binnen hadden de meisjes om de haverklap ruzie. Ze hebben zo'n soort haat-liefde verhouding. Bijna elke dag wordt er tussen hen wel een of andere ruzie uitgevochten. Ding dong! Dag meid, tot morgen! Oef, want samen zijn ze wel druk en vandaag waren ze precies hyperkinetisch!

De volgende dag vertrokken ik en m'n vriend samen met de fiets naar 't werk. Het wou niet zo goed vlotten bij mij. Telkens schoof mijn achterwiel opzij. 'k Heb dan maar gauw mijn vriend voor gelaten, vooraleer hij tegen (of over?) me zou rijden. Hij trapte en trapte en trapte. En ik schoof, en weeral, en nog eens. Achter me zag ik, niet meer zo ver, de bus aankomen, die vlak bij m'n werk passeerde. Zet ik m'n fiets weg en stap ik op? Maar wat met m'n vriend? Zal die zich niet ongerust maken als hij me niet meer achter hem ziet? Zal ik hem bellen? Hoogstwaarschijnlijk hoort hij z'n telefoon niet en als hij hem al hoort, zal hij moeten stoppen (met valgevaar) om te antwoorden. Ik probeer zo snel mogelijk tot bij de bushalte te trappen. De bus is gestopt. Snel m'n fiets vastmaken en me naar de bus haasten. De deuren gaan net voor m'n neus toe. Damn! Klop klop. Ik mag nog binnen van de chauffeur. Dankjewel. Telkens steken we mijn vriend voorbij en wanneer we stilstaan an het rode licht, haalt hij ons weer in. Sterker nog, steekt hij ons voor. Bij iedere kruising probeer ik oogcontact te maken om 'ns te zwaaien en de verbazing in z'n ogen te zien. Maar hij kijkt steeds heel geconcentreerd naar het fietspad. Gelukkig maar. "Nu zal hij wel aangekomen zijn", dacht ik, en belde hem op. En jawel, de fiets overwon de bus. 's Avonds zelfde verhaal. Vlugger met de fiets thuis. De bus zat propvol. Enkel de achterste deur werd geopend, hoewel het sinds kort verplicht is vooraan op te stappen. Nu zat ik wel met een probleempje, want er staat enkel vooraan een machine om je ticketje te ontwaarden, slechts 2 meter ver, maar met 15 mensen ofzo als hindernis. Begin ik te proppen om er toch maar te geraken? Ik hoop op het begrip van de eventuele controleurs en besluit om zwart te rijden. Gelukt.

Sinds het kamp, wil onze dochter niet meer naar de scouts. Spijtig, want ik wil ze graag een sociale basis aanbieden. 't Is niet zo'n kuddediertje, dus wat stimulatie kan geen kwaad. Waarom het na dat kamp zo is misgelopen, is me een raadsel. We vroegen of ze leuke dingen deden. Ja. Lekker gegeten? Affirmatief. Vriendjes gemaakt? Niet zo veel (dat zou het dus kunnen zijn). Ruzie gemaakt? neen. Iemand je pijn gedaan? (tja, dat spookt toch in je achterhoofd als je je dochter zo triest ziet na een kamp, of er niks zou kunnen gebeurd zijn) neen. Ruzie gekregen? neen. Ons madame wil nog wel mee op kamp, deelt ze nog mee, maar niet meer naar de zondagse bijeenkomst. Begrijpe wie begrijpe kan. Een beetje later verandert haar versie en wil ze niks meer meedoen met de scouts. En nog wat later wil ze eventueel nog wel 's gaan op zondag als 't een echt leuke activiteit is. Maar zelfs wanneer de Sint aangekondigd was, wou ze niet gaan.

Vandaag hadden vrienden een oplossing nodig om hun 2 zoontjes naar het avondkerstfeest van de scouts te krijgen. Of ze misschien eerst nog enkele uurtjes bij ons konden spelen en dan met z'n allen samen naar de scouts? Het perfecte plan om die van ons nog 's naar de scouts te krijgen. Ja, dus. En jawel, ze is geweest. Natuurlijk was ik bij afloop benieuwd of het leuk was geweest. Ze knikte bevestigend. Oef! Misschien heeft ze er nu terug zin in gekregen... Met de slee terug naar huis. En mama maar trekken!

Geen opmerkingen: